Koffie met een punt appeltaart: Nederlandser kan het bijna niet. Er zijn dan ook honderden verschillende recepten in omloop. Daarnaast varieert het uiterlijk: open, helemaal dicht, met raster of kruimel. Heerlijk hoe je kunt variëren! Bij dit recept maak ik (naast appels) gebruik van abrikozen en abrikozen(halva)jam in plaats van suiker. Dit zorgt voor een iets minder zure taart die ook wat minder suiker bevat. De kruiden doe ik niet door de vulling, maar door het deeg.
Ingrediënten
Voor het deeg
> 350 gram patentbloem
> 2 tl bakpoeder
> 175 gram witte basterdsuiker
> 250 gram boter
> 1 ei
> 1 tl kaneel
> 1 tl koek en speculaas kruiden
> 1 tl citroenrasp
> 1 tl vanille-extract
> snufje zout
Voor de vulling
> 6 grote appels (goudrenetten)
> 1 blik abrikozen (of perziken) op sap.
> 100 gram abrikozenjam (halvajam/minder zoet)
> 50 gram rozijnen
Voor de kruimel
> 120 gram patentbloem
> 80 gram suiker
> 80 gram koude boter
> snufje zout
Verder nodig
> 10 gram roompoeder of custard poeder
> 100 gram amandelspijs
Bakgereedschap
> Taartvorm Ø 28 cm
> Bakpapier
> Mengkom
> Oven
Bereiding
Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en kneed er een samenhangend deeg van. Als je een bal kunt vormen van het deeg, is het goed. Verpak het deeg in plasticfolie en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast. Ik maak het deeg vaak een dag van tevoren. Dan kan het de hele nacht in de koelkast liggen ‘rijpen’’ en trekken de kruiden goed in het deeg.
Haal je deeg uit de koelkast. Vet vervolgens een springvorm van 24 centimeter in met bakspray (of boter). Op de bodem van de vorm plaats ik altijd bakpapier. Kneed het deeg nog even kort door. Bekleed de bodem en zijkant van de springvorm. Dit kun je doen door een mooie egale plak te maken van je deeg en deze in de vorm te plaatsen. Zelf doe ik dit bij appeltaart nooit, maar klieder ik een beetje aan door het deeg in de vorm te drukken en met mijn vingers uit te spreiden. Zo heb ik als kind appeltaart gemaakt omdat we geen deegroller in huis hadden en zo doe ik het eigenlijk nog steeds (ook al heb ik er inmiddels zelfs 3).
Niemand houd van appeltaart met een zompige bodem. Om dit te voorkomen (en de taart nog lekkerder te maken) doe je de volgende twee dingen:
Eerst 1: Verdeel je het amandelspijs over de bodem. Makkelijkste is om het te verkruimelen, te verdelen en vervolgens aan te drukken. Hierdoor ontstaat een soort isolatielaag waardoor het fruitvocht niet in de bodem trekt.
Dan 2: Verspreid de roompoeder of custard poeder over de binnenkant van je met deeg beklede springvorm. Dit neemt niet allen het vocht op, maar vormt daarna ook een dun, vanille smakend, roomlaagje.
Verwarm de oven alvast voor op 180 °C (boven en onder warmte). Week de rozijnen in water (eventueel met een scheutje likeur) en laat deze 10-15 minuten staan. Schil intussen de appels en snijd ze in partjes. Giet de rozijnen af en dep ze droog. Snijd de abrikozen (of perziken) in stukjes even groot als de appelpartjes. Doe de appelpartjes samen met de abrikozen, rozijnen en de jam in een kom en meng deze goed door. Doe de vulling in de taartvorm en druk deze goed aan.
Voor de kruimel topping meng je de bloem, suiker en zout in een kom goed door elkaar. Snijd de koude boter in kleine blokjes en meng dip met je vingers goed door het deeg door het te verkruimelen. Ik doe dit altijd om het aanrecht door het deeg tussen mijn handen te wrijven. Verdeel het kruimeldeeg over de vulling en bak de appeltaart in 65 tot 80 minuten goudbruin. Als de bovenkant van de taart te donker dreigt te worden, bedek deze dan met een stukje aluminiumfolie. Laat de taart helemaal afkoelen voordat je de springvorm verwijdert.
Disclaimer: De echte boeren roomboter van Den Eelder gebruikt in dit recept was onderdeel van een goodiebag. Verdere content van deze post is op geen enkele manier gesponsord.