Zeeland: Zeeuwse Bolussen of Witte speculaasplakken
Tijd voor de provincie Zeeland waar de bolussen met 62% de optie voor witte speculaas achter zich liet. Een Zeeuwse bolus is een zoet witbroodje, welke is uitgerold tot een dunne sliert een vervolgens door een basterdsuiker wordt gehaald en opgerold tot een spiraalvorm. De kleur van het suikermengsel bepaalt grotendeels de uiteindelijke kleur van de bolus en soms worden er kruiden aan het suikermengsel toegevoegd. Ik heb gekozen voor een meer zomerse variant met kokos.
Zeeuwse bolussen horen lekker smeuïg en kleverig te zijn, maar dat geeft soms het nodige geklieder met eten. Deze variant met kokos is iets droger, maar met zo lekker smeuïg. Bij het vormen van de bolus, rol je deze steeds opnieuw, in stappen van 5 cm, uit tot een deegsliert. Door dit in stappen te doen behoud het brooddeeg zijn structuur en luchtigheid. In dit recept heb ik wat kokosrasp toegevoegd aan het brooddeeg en voor de bolussensuiker een combinatie van witte vanillebasterdsuiker (dit is al een beetje vochtig) met kokosrasp. Heb ze niet als spiraal, maar in een soort knoop gevouwen.
Ingrediënten voor 18 bolussen
Voor de broodjes:
> 500 gram tarwebloem
> 280 ml volle melk
> 50 gram kokosrasp
> 30 gram verse gist
> 25 gram roomboter
> 25 gram margarine
> 15 gram basterdsuiker
> 10 gram zout
> 1 tl kokosaroma
> 1 ei
Voor de bolussensuiker
> 180 gram kokosrasp
> 120 gram witte vanillebasterdsuiker
Bakgereedschap
> Mixer met deeghaak
> Mengkom
Bereiding
Meng alle ingrediënten voor het brooddeeg tot een soepel deeg en kneed dit minimaal 10 minuten door. Hierdoor bouwen de gluten op en krijg je een mooie structuur in je broodje. Het deeg hoort vrij plakkerig te zijn. Weeg bollen af van 50 gram, zet deze op spanning (opbollen) en laat ze vervolgens 10 min rusten. Ik doe dit zelf altijd op een deegkleedje, maar je kunt ook noppenfolie gebruiken.
Maak je bolussensuiker (met kokos) door de suiker en de kokosrasp goed te mengen in een kom. Pak een schone (nieuwe) vaatdoek of theedoek en maak deze vochtig. Zelf maak ik een nieuwe vaatdoek helemaal nat en wring deze uit. Leg deze op je werkblad/aanrecht en strooi je bolussensuiker hierop. Pak een voor een de opgebolde deegjes en rol deze door de bolussensuiker. Rol de bolletjes per stuk uit in stapjes 5cm tot ze ongeveer 25 cm lang zijn. Rol hierbij de deegrolletjes steeds opnieuw door de bolussensuiker. Stapel de rollen op elkaar en laat ze 10 min rusten in de suiker.
Vorm deze typische bolusvorm door in het midden te beginnen met oprollen en de sliert zo verder om zichzelf heen te draaien. Je kunt ook een krakelingenvorm of knoop maken. Wat belangrijk is, is om de uiteinden altijd onder de bolussen te stoppen, anders vervormen ze met rijzen (en bakken). Leg de gevormde broodjes op een met bakpapier beklede bakplaat. Laat ze 50 minuten narijzen op een warme plaats.
Verwarm tijdig de oven voor op 240ºC. Bak de broodjes in het midden van de oven in 7-8 minuten. Laat de broodjes helemaal afkoelen op de plaat alvorens je deze in een papieren zak bewaard of gelijk opeet natuurlijk.