In deze Decembermaand ontkom je hier in Duitsland natuurlijk niet aan de Weihnachtskekske: Kerstkoekjes. Deze Schwarzweiss-Plätzchen zijn snel gemaakt en hebben een lekkere smaak. Van alle Plätzchen waren deze veruit favoriet bij mijn collega’s.

Deze Schwarzweiss-Plätzchen zijn gemaakt van een vanille en een chocolade deeg. Heel makkelijk, want je maakt een deeg en deelt deze in twee stukken. Er diverse  varianten in omloop, van blokjes tot marmer, het koekje behoud zijn zwart witte naam. Door het gebruik van zowel cacao als chocolademelkpoeder hebben de koekjes een lekkere chocolade smaak en zijn ze niet droog.

Als Nederlandse bakker ben ik me bewust van onze Hollandse koekjes cultuur. Ik had dan ook nooit deze verscheidenheid aan Duitse kerst koekjes verwacht! Zo veel nieuwe koekjes die ik nog nooit eerder geproefd of gebakken heb!?! Daar moet ik natuurlijk iets mee doen. Ik heb diverse recepten uitgeprobeerd, aangepast en weer verder geoptimaliseerd. Mijn Duitse collega’s hebben uitvoerig getest en uiteindelijk goedgekeurd. Daarom in december: elke week een ander recept van een typisch Duits kerstkoekje. Op de donderdag een typische Weihnachtsplätzchen en op de vrijdag een  Weihnachtskekse recept.

Ingrediënten voor ongeveer 50 stuks
> 350 gram bloem
> 200 gram koude boter
> 100 gram fijne kristalsuiker
> 20 gram cacaopoeder
> 20 gram nesquik (chocolademelkpoeder)
> 2 eidooiers (M)
> 1 tl vanille extract
> 0,5 gr zout

Bakgereedschap
> Staande mixer met vlinder (Bischopshaak)
> Bakplaat met bakpapier
> Deegroller
> Scherp (glad) mes
> Oven
> 2 extra vellen bakpapier en plakband (optioneel)

Bereiding
Snij de koude boter in kleine blokjes. Klop de boter kort los en meng vervolgens eierdooiers samen met de kristalsuiker, het vanille extract en het zout erdoor tot een egaal, vloeibaar mengsel. Voeg de bloem toe en meng kort tot een egaal en samenhangend deeg. Halveer het deeg en pak 1 helft in met vershoudfolie.

Voeg aan het andere stuk deeg de cacaopoeder en nesquik (chocolademelkpoeder) toe. Meng dit door tot een egaal deeg en pak ook deze helft in met vershoudfolie. Leg beide stukken deeg voor minimaal een uur in de koelkast.

Als de stukken afgekoeld zijn, kun je ze uitrollen tot twee even grote plakken van ongeveer 25cm bij 35cm. Omdat dit wel lastig is, heb ik hier een tip voor: Rol de beide plakken apart uit. Vouw de zijkanten van een stuk bakpapier om tot een rechthoek van ongeveer 25cm bij 35cm (zolang hij maar langer is dan breed, komt het niet zo precies). Plaats een van de stukken deeg in het midden en vouw het dicht. Tape de kantjes/hoekjes vast met plakband en rol het deeg verder uit. Zorg ervoor dat alle randjes gevuld zijn en de plak egaal is van dikte. Doe dit ook voor de tweede plak en zorg ervoor dat deze (ongeveer) even groot is.

Vouw de bakpapieren weer open en leg een van de plakken op de andere. Dit kan makkelijk door de plak om te draaien en daarna het bakpapier te verwijderen. Rol een keer met de deegroller over de dubbele plak deeg, om deze aan te drukken. Rol vervolgens de plak vervolgens zo op, dat je een deegrol van ongeveer 35cm maakt. (De korte kant rol je dus eigenlijk op.) Leg de deegrol minimaal een uur in de koelkast om weer op te stijven (anders vervormt deze met snijden).

Verwarm de oven voor op 170°C en leg een bakplaat met bakpapier klaar. Pak de rol met deeg uit de koelkast. Snij met een glad (en vooral scherp) mes de rol op in plakken van 2-3mm dik. Leg de koekjes met een beetje tussenruimte op een met bakpapier beklede bakplaat.

Als de bakplaat vol is en de oven warm, kun je de koekjes in het midden van de oven gedurende 10-12 minuten bakken. Laat ze zo’n 10 a 15 minuten afkoelen op de plaat alvorens je ze verder laat afkoelen op een rooster.