In deze Decembermaand ontkom je hier in Duitsland natuurlijk niet aan de Weihnachtsplätzchen: Kerst koekjes die je op de bakplaat maakt. Deze chocoladekipferl zijn een variate op de originele Vanillekipferl en onweerstaanbaar lekker.
Op het klassieke vanillekipferl recept zijn inmiddels vele variaties te vinden. Zo kun je de gemalen amandelen in het deeg vervangen door hazelnoten, walnoten of pistachenoten. Ik besloot om cacao en nesqick (chocolademelkpoeder) toe te voegen aan het deeg en heb een recept bedacht voor cacaosuiker om de kipferl mee af te werken.
Ingrediënten voor 100 stuks
Voor het deeg
> 200 gram tarwemeel
> 125 gram roomboter
> 90 gram fijne kristalsuiker
> 110 gram gemalen amandelen
> 25 gram cacaopoeder
> 25 gram chocolademelkpoeder (nesquik)
> 5 gr bakpoeder
> 1 ei (M)
> 1 el vanille extract
> 0,5 gr zout
Voor de cacaosuiker
> 25 gram poedersuiker
> 25 gram cacaopoeder
> 25 gram chocolademelkpoeder (nesquik)
Bakgereedschap
> Mixer met bisschopshaak/vlinder
> Bakplaat met bakpapier
> Zeefje
> Liniaal (optioneel)
> Oven
Bereiding
Klop de boter zacht in de keukenmachine. Dit mag op de hoogste stand. Voeg de kristalsuiker toe en laat nog even draaien. Voeg het ei toe en tot slot de vanille extract.
In een andere kom meng je de gemalen amandelen samen met de bloem, 25 gram cacaopoeder, 25 gram chocolademelkpoeder (nesquik) en het zout. Zet de mixer op de laagste stand en voeg in kleine hoeveelheden het bloemmengsel toe. Verpak het deeg in vershoudfolie en plaats het gedurende minimaal 1h in de koelkast.
Maak nu de cacaosuiker. Weeg de poedersuiker af en voeg hier de andere 5 gram cacaopoeder en 25 gram chocolademelkpoeder (nesquik) aan toe. Als je een egale cacaosuiker hebt gemaakt, zet je deze even opzij.
Verwarm de oven voor op 180°C. Verdeel het deeg in ballen van 30 gram per stuk. Dat betekend dat je 20 ballen maakt. Rol deze ballen uit tot een egale rol van 25 cm lang. Ik heb een liniaal gebruikt omdat dit wat duidelijker is, maar je kunt het natuurlijk ook op gevoel doen. Snij de rol vervolgens op in 5 stukken van elk 5cm lang. Pak een van de deegstukjes op en rol deze tussen je handen of vingertoppen zo, dat de uiteinde iets puntiger van vorm zijn. Buig ze een beetje en plaats het deegstuk/koekje in een croissant vorm (halve maan vorm) op de bakplaat. Houd iets ruimte tussen de koekjes (ze zullen niet veel uitlopen). Maak zo al het deeg op.
Als de bakplaat vol is en de oven warm, kun je de kipferl in het midden van de oven gedurende 10-12 minuten bakken. Terwijl de plaat bakt, kun je de rest van de kipferl vormen en op een tweede plaat plaatsen.
Zodra de kipferl uit de oven komen, bestrooi je ze dik met de cacaosuiker. Gebruik een zeefje om te zorgen dat er geen klontjes suiker op de kiperl komen. Daarnaast is een zeefje een mooie manier om de suiker te verdelen. Nadat je alle kipferls van een laagje cacaosuiker hebt voorzien, kun te de zijkanten van het bakpapier oppakken en tot een buideltje vouwen. Schut het geheel voorzichtig heen en weer, zodat ook de onderkant van de koekjes zijn voorzien van cacaosuiker. Als de koekjes nog warm zijn, plakt de suiker beter. Laat de kipferl 15-20 minuten afkoelen.
Bak de 2e plaat kipferl ook en bepoeder deze (net als de eerste plaat) ook met de cacaosuiker. Als de kipferl helemaal is afgekoeld, kun je ze opnieuw besprenkelen met de resterende cacaosuiker, dan zien ze er bijzonder mooi uit en smaken ze heerlijk.