Een van mijn favoriete knapperige Hollandse koekjes: Jan hagel. Met amandelen, suiker en heerlijk gekruid. Alles wat een koekje nodig heeft in mijn optiek.
Ingrediënten voor ongeveer 30 koekjes
> 140 gram boter
> 200 gram Zeeuwse bloem
> 100 gram witte basterdsuiker
> 1 eidooier
> 5 gram bakpoeder
> 5 gram gemalen kaneel
> 2 gram zout

Verder nodig
> 50 gram amandelschaafsel
> 50 gram fijne parelsuiker (maat P2)
> 1/2 ei losgeklopt

Bakgereedschap
> Oven met bakplaat
> Deegroller
> Bakkwastje
> Bakpapier

Bereiding
Doe de boter en de basterdsuiker samen met het zout in een mengkom en mix dit kort tot een romig geheel. Meng de eidooier er doorheen en voeg vervolgens de bloem, het bakpoeder en de kaneel toe. Kneed alles tot een deeg (kneed niet te lang). Verpak het deeg in plasticfolie en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast. Overnacht is lekkerder, dan heeft het deeg de kans om te rijpen en de smaak van de kruiden goed op te nemen.

Verwarm de oven voor op 175 °C en bekleed een bakplaat met bakpapier. Kneed het deeg kort door en rol het vervolgens op een licht bebloemd werkblad uit tot een lap ter grootte van je bakplaat. Leg je deegplak op de bakplaat en bestrijk hem met het losgeklopte ei. Bestrooi hem vervolgens met het amandelschaafsel en de fijne parelsuiker. Druk de topping met een deegroller licht aan, zodat deze een beetje in aan het deeg blijft zitten.

Bak de koekplak in 20 tot 25 minuten gaar. Snijd deze direct na het bakken in rechthoekjes van gewenste grote. Laat de koekjes helemaal afkoelen op een rooster.