Toen ik deze zomer in Porto was, ben ik bij Manteigaria gezwicht voor Pastéis de Nata. Het is een klein taartje, vaak op basis van een bladerdeeg, gevuld met een custard, traditiegetrouw bestrooid met poedersuiker en kaneel. Deze inmiddels populaire Portugese lekkernij vindt zijn origine in Santa Maria de Belém. In Nederland zie je ze weinig en zijn ze redelijk onbekend. Dit terwijl deze Portugese lekkernij super lekker is!

Eenmaal terug in Nederland ben ik aan de slag gegaan om ze zelf te maken. Mijn eigen bladerdeeg is niet altijd even succesvol geweest, maar naar een paar keer proberen heb ik nu een lekker recept gevonden. Als basis kun je zelf bladerdeeg maken of een rol bladerdeeg kopen. In onderstaand recept ben ik uitgegaan van een rol bladerdeeg.

Ingrediënten
Voor 16 stuks
> 1 rol bladerdeeg
> 20 gram roompoeder (of custardpoeder)
> 200 mL volle melk
> 165 gram suiker
> 10 mL citroensap
> 1 kaneelstokje
> 90 mL water
> 1 tl vanille-extract
> 4 eidooiers

Bakgereedschap
> Steelpan (en warmtebron)
> (Suiker)thermometer
> Losse pastei vormpjes Ø 6cm of muffinvorm
> Deegroller
> Oven

Bereiding
Meng een deel van de melk met het roompoeder. Roer dit goed door elkaar totdat je geen klontjes meer hebt, maar een glad papje.

Zet het papje even aan de kant. Meng in een steelpan de suiker, kaneel, citroensap en het water. Verhit dit tot 110˚C. Je hoeft niet te roeren.

Ondertussen kun je de rest van de melk apart warm maken. Zodra de melk kookt, voeg je het eerder gemaakte roompoederpapje toe. Zodra de suikersiroop de juiste temperatuur heeft bereikt, kun je met een vork het kaneelstokje eruit vissen. Houd de pan met het melkmengsel op het vuur en voeg de suikersiroop langzaam toe. Roer goed tot je het mengsel wat voelt indikken en haal het vervolgens (na 1 a 2 minuten) van het vuur. Voeg het vanille extract toe en roer nogmaals goed door.

Als het mengsel iets is afgekoeld, kun je een voor een de eierdooiers toevoegen. Als alles goed is gemengd kun je de kom afdekken met folie (tegen velvorming) en hem even opzij zetten. Verwarm intussen de oven voor op 250˚C in de stand boven en onder warmte.

Pak het bladerdeeg erbij. Rol het helemaal uit, verwijder het bakpapier en rol het vervolgens weer strak op. Verdeel de rol en snij hem in 16 gelijke stukjes van ongeveer 1,5cm. Vet de losse pastei vormpjes of een muffinvorm in met boter of bakspray. Rol vervolgens de bladerdeegplakjes dun uit en bekleed de losse pastei vormpjes of muffinvorm. Het bladerdeeg hoeft niet tot aan de rand te komen. Prik tenslotte met een vork wat gaatjes op de bodem. Dat zorgt ervoor dat deze niet teveel omhoog komt als je de Pastéis straks gaat bakken.

Als alle vormpjes zijn bekleed met bladerdeeg en voorzien zijn van gaatjes, kun je de kom met custard erbij pakken. Vul de pastéis voor 3/4e met custard en bak ze gedurende 10-15 minuten op 250˚C.

Afhankelijk van je oven kan het best hard gaan, dus ik raad je aan om vanaf een minuut of 10 met regelmaat even in je over te spieken. Er mogen best wat zwarte vlekken op de custard ontstaan, maar het geheel dient mooi goudbruin te kleuren.

Als ze klaar zijn kun je de pastéis het beste even kort laten afkoelen in de vorm, alvorens ze op een rooster te plaatsen. Het lekkerste zijn ze als ze nog een beetje warm zijn. Bestrooi ze met poedersuiker en kaneel en genieten maar. Je kunt ze natuurlijk ook koud eten. Het lekkerste zijn ze vers, maar als je ze in een goed afgesloten bakje stopt, zijn ze in de koelkast enkele dagen houdbaar.