Koffie met een punt appeltaart: Nederlandser kan het bijna niet. Er zijn dan ook honderden verschillende recepten in omloop. Daarnaast varieert het uiterlijk: open, helemaal dicht, met raster of kruimel. Heerlijk hoe je kunt variëren! Bij dit recept maak ik gebruik van twee verschillende soorten appels (Jonagold en Pink Lady). Daarnaast heb ik in de vulling amandelschaafsel en walnoten zitten.
Ingrediënten voor 1 taart van Ø 26cm
Voor het deeg
> 450 gram patentbloem
> 16 gram bakpoeder (1 zakje)
> 225 gram witte basterdsuiker
> 325 gram boter
> 3/4e ei (restje bewaren)
> 1 tl citroenrasp
> 1 tl vanille-extract
> snufje zout
Voor de vulling
> 2 grote Jonagold appels
> 3 Pink Lady appels
> 70 gram amandelschaafsel
> 100 gram walnoten
> 60 gram rozijnen
> 15 gram vanille suiker
> 5 gram kaneel
> 5 gram custard poeder
Verder nodig
> 100 gram amandelspijs
> Scheutje (slag)room
Bakgereedschap
> Taartvorm Ø 26cm
> Bakpapier
> Mengkom
> Oven
> Vlaairaster (optioneel).
Bereiding
Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en kneed er een samenhangend deeg van. Als je een bal kunt vormen van het deeg, is het goed. Verpak het deeg in plasticfolie en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast. Ik maak het deeg vaak een dag van tevoren. Dan kan het de hele nacht in de koelkast liggen ‘rijpen’’ en trekken de kruiden goed in het deeg.
Haal je deeg uit de koelkast. Rol 3/4e van het (nog stevige) deeg op een bebloemde werkbank uit tot een plak groot genoeg voor een vlaairaster. Zelf vind ik dat dit een mooi en strak resultaat geeft. Je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om traditioneel stroken te maken en deze te vlechten. Als je het vlaairaster hebt gevuld, plaats je deze nog even terug in de koelkast.
Vet vervolgens een springvorm van 26 centimeter in met bakspray (of boter). Op de bodem van de vorm plaats ik altijd bakpapier. Kneed het resterende deeg nog even kort door (als je geen vlaairooster hebt gebruikt, houd dan 1/3e deel van het deeg apart). Bekleed de bodem en zijkant van de springvorm met het deeg. Dit kun je doen door een mooie egale plak te maken van je deeg en deze in de vorm te plaatsen. Zelf doe ik dit bij appeltaart zelden, maar klieder ik een beetje aan door het deeg in de vorm te drukken en met mijn vingers uit te spreiden. Zo heb ik als kind appeltaart gemaakt omdat we geen deegroller in huis hadden en zo doe ik het eigenlijk nog steeds (ook al heb ik er inmiddels zelfs 3).
Niemand houd van appeltaart met een zompige bodem. Om dit te voorkomen (en de taart nog lekkerder te maken) doe je het volgende: Verdeel het amandelspijs over de bodem. Makkelijkste is om het te verkruimelen, te verdelen en vervolgens aan te drukken. Hierdoor ontstaat een soort isolatielaag waardoor het fruitvocht niet in de bodem trekt.
Verwarm de oven alvast voor op 180°C (boven en onder warmte). Week de rozijnen in water (eventueel met een scheutje likeur) en laat deze 10-15 minuten staan. Schil intussen de appels en snijd ze in partjes. Door zowel Jonagold (stevig) als Pink Lady (zacht en zoet) appel te gebruiken, krijg je iets meer ‘dimensie’ bij het eten van je appeltaart. Giet de rozijnen af en dep ze droog. Hak de walnoten fijn. Doe de appelpartjes samen met de andere ingrediënten voor de vulling in een kom en meng deze goed door. Doe de vulling vervolgens in de taartvorm en druk deze goed aan.
Pak het vlaairaster uit de koeling en keer deze boven de vorm om. Zelf gebruik ik een deegroller om ervoor te zorgen dat de randen van het raster mooi in het deeg worden gedrukt door een keer over de randen van de vorm te rollen met een schuine deegroller. Geen vlaairaster? Vlecht dan met stroken deeg een mooi raster. Pak het restje ei erbij en voeg hier een klein scheutje slagroom aan toe (ongeveer 50/50). Roer dit goed door en bestrijk het raster met het eimengsel.
Bak de appeltaart in 60 tot 70 minuten goudbruin. Als de bovenkant van de taart te donker dreigt te worden, bedek deze dan met een stukje aluminiumfolie. Laat de taart helemaal afkoelen voordat je de springvorm verwijdert.