Koffie met een punt appeltaart: Nederlandser kan het bijna niet, dus ik moest mijn Duitse collega’s voorstellen aan deze typische lekkernij. Dit basis recept is precies dat: een traditioneel lekkere appeltaart zonder gekke dingen.

Zo lang als ik me kan herinneren staat er bij ons in huis elke verjaardag appeltaart op tafel. Het was de eerste soort taart die ik bakte en tot op de dag van vandaag een van mijn broertjes favorieten. Volgens mij zijn er wel 1000 verschillende soorten appeltaart met nog veel meer verschillende recepten.  De appel met of zonder schil, de appel ik blokjes, puntjes, reepjes of zelfs gepureerd. Ook het deeg is vrij divers. 

Ingrediënten
Voor het deeg
> 350 gram patentbloem
> 2 tl bakpoeder
> 175 gram witte basterdsuiker
> 250 gram boter
> 3/4 ei (rest om te bestrijken)
> snufje zout

Voor de vulling
> 7 grote appels (goudrenetten)
> 75 gram witte basterdsuiker
> 50 gram rozijnen
> 1 tl citroenrasp
> 7 gr kaneel
> 1 el vanille-extract

Bakgereedschap
> Taartvorm Ø 22 cm
> Bakpapier
> Mengkom
> Oven

Bereiding
Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en kneed er een samenhangend deeg van. Als je een bal kunt vormen van het deeg, is het goed. Verpak het deeg in plasticfolie en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast. Ik maak het deeg vaak een dag van tevoren. Dan kan het de hele nacht in de koelkast liggen ‘rijpen’’ en trekken de smaken goed in het deeg.

Haal je deeg uit de koelkast. Vet vervolgens een springvorm van 22 centimeter in met bakspray (of boter). Op de bodem van de vorm plaats ik altijd bakpapier. Kneed het deeg nog even kort door. Bekleed de bodem en zijkant van de springvorm met ongeveer 70% van het deeg. Dit kun je doen door een mooie egale plak te maken van je deeg en deze in de vorm te plaatsen. Zelf doe ik dit bij appeltaart nooit, maar klieder ik een beetje aan door het deeg in de vorm te drukken en met mijn vingers uit te spreiden. Zo heb ik als kind appeltaart gemaakt omdat we geen deegroller in huis hadden en zo doe ik het eigenlijk nog steeds (ook al heb ik er inmiddels zelfs 3).

Verwarm de oven alvast voor op 180 °C (boven en onder warmte). Week de rozijnen in water (eventueel met een scheutje likeur) en laat deze 10-15 minuten staan. Schil intussen de appels en snijd ze in partjes (over de lengte). Giet de rozijnen af en dep ze droog. Doe de appelpartjes samen met de rozijnen, de suiker, vanille extract en de kaneel in een kom en meng deze goed door. Doe de vulling in de taartvorm en druk deze goed aan.

Voor de top kun je stroken van de overige 70% van je deeg maken. Eventueel vlecht je de stroken. Als laatste heb ik een strook op de buitenrand geplaatst. Dat geeft een nette afwerking (vind ik). Bak je taart gedurende 60 minuten.  Als de bovenkant van de taart te donker dreigt te worden, bedek deze dan met een stukje aluminiumfolie. Laat de taart helemaal afkoelen voordat je de springvorm verwijdert.